Koop je een pondje dag verse vis of dagverse vis? Bij de eerste eet je waarschijnlijk een zalm waarvan je een half uur later al hondsberoerd wordt. Bij de tweede schuif je juist een vers gevangen exemplaar op je bord.
Veel mensen strooien ijverig met spaties. Hoe dat komt? Waarschijnlijk omdat sommige samenvoegingen zo gek lezen. Van die lange woorden worden. Melkboerenhondenhaar, rodewijnglazen, gekkekoeienziekte.
Ik zie in teksten steeds meer losse woorden opduiken. We worden onderhand zo’n beetje halve Engelsen. Want die zijn er meesterlijk in. Sla een ‘dictionary’ open en je leest woorden als wine glass, living room, butter cookie.
Losjes schrijven heeft niet altijd zulke gevolgen als bij het pondje zalm. Want of een baggerbedrijf nu een project manager vraagt of een projectmanager, dat maakt weinig verschil. De kans dat er ineens een bakker of acteur met rubberlaarzen op je stoep staat, is klein.
Maar in veel gevallen ga je wel lelijk onderuit. Om maar wat te noemen:
Heb je gebroken witte kopjes? Dan ligt je kast vol scherven. Bied je als gemeente afval bakken aan? Dan verwacht je dat inwoners hun schillen en dozen oppiepen. En adverteer je met clowns pakken kinderen, dan word je waarschijnlijk direct gearresteerd.
Mijn advies: klik niet te snel op de spatietoets. Je boodschap kan er compleet door veranderen.